Wil je als ‘orang asing’ (vreemdeling, buitenlander) in Indonesië wonen en werken, dan heb je een verblijfs- en een werkvergunning nodig. Omdat elk contact met de administratie een bron is van ergernis, onmacht en frustratie schakel je beter een firma in die het klappen van de zweep kent. Na vijf maanden en 3 verlengingen van ons oorspronkelijk visum, hadden we dan eindelijk ons ‘cable visum’ voor 1 jaar te pakken.
Om redenen die alleen gekend zijn door de regelgevers, moet je dan Indonesië verlaten en je aanbieden bij een Indonesische ambassade in het buitenland met je paspoort en een afdruk van dat visumtelegram. Waarom dat per se in het buitenland moet gebeuren is me een raadsel, zoals wel meer dingen in dit mooie land.
We hadden gekozen voor Kuala Lumpur, de hoofdstad van Maleisië, drie uurtjes vliegen met Malaysia Airlines.
Petronas Towers gezien vanuit Maya, een design hotel in Kuala Lumpur
In het Maya Hotel, een mooi design hotel, werden we spontaan geupgradet naar een Deluxe suite op de 18de verdieping met uitzicht op de Petronas Twin Towers. Het zicht op de stad was, vooral ’s avonds zonder meer spectaculair. Vanuit de skylounge op de 13de verdieping zie je dan ook nog een keer de KL tower en de koffie, thee en cake zijn er gratis voor gasten van het hotel.
Bij aankomst in de ambassade bleken we een bijkomend formulier te moeten invullen, dienden we fotokopies te laten maken van ons paspoort, geld te gaan wisselen om dan mooi op onze beurt wachten tot ons volgnummer werd omgeroepen. Tussen 16:00 en 17:00 mochten we dan terugkomen om ons paspoort met visum op te halen. Tijd om wat te gaan eten in de stad en Chinatown te bezoeken. Kuala Lumpur of KL zoals de locals het noemen, is een moderne en propere stad met erg druk autoverkeer. Veel minder bromfietsen dan op Bali en verkeersregels die worden gerespecteerd; het was weer even wennen.
In de hotellimo die ons afhaalde van de luchthaven, reden we voor het eerst in 5 maanden weer sneller dan 70km per uur. Op Bali kan je door de drukte en de staat van de wegen simpelweg niet harder rijden. In Maleisië gleden we plots tegen 140km per uur in een glimmende Merc over de snelweg. Zalig!
We zagen beelden van de tsunami bij Samoa en ik dacht de volgende ochtend dan ook dat mijn verbeelding op hol sloeg toen het leek of het hotel heen en weer wiebelde. Pas later hoorden we over de verwoestende aardbeving op Sumatra die aan meer dan 1000 mensen het leven heeft gekost. Het bleek geen verbeelding te zijn geweest. Natuurlijk wordt op de 18de verdieping het effect van het wiebelen versterkt en voel je de bewegingen van het gebouw sterker dan op de begane grond.
Het diner op het terras bij Nerovivo was memorabel. Geroosterd konijn met zongedroogde tomaatjes, olijfolie geparfumeerd met truffel en smeuïge polenta voor mij. Saar had ‘de lekkerste confit de canard die ze ooit heeft gegeten’. Een heerlijk glas Chianti erbij en een machtig chocoladedessert toe. Met dank aan Joost die ons het adres doorgaf.
Intussen zijn we terug in Ubud waar de werkzaamheden stilaan terug op kruissnelheid komen na 2 weken vakantie voor Idul Fitri, het suikerfeest bij het einde van de Ramadan.
De streefdatum van 1 oktober voor de beëindiging van de werken ligt intussen achter ons. Zonder te veel upacara’s, natuurrampen of andere hinderpalen stel ik me mentaal in op 1 december als nieuwe afwerkingsdatum.