Ffrom rice field villa in Ubud to the fish market in the south of Bali
Willy eet graag vis. Gelukkig maar want in Ambon stond er haast nooit vlees op het menu. Ze zorgde er voor haar broers die naar school gingen en stond dus ook in voor de aankopen en het koken van de maaltijden.
In de praktijk kwam dat erop neer dat ze naar de vismarkt ging en daar kocht wat goedkoop was. Samen met wat rice & vegetables was dat de dagelijkse hoofdmaaltijd.
Willy weet dus waarop je moet letten wanneer je verse vis koopt.
In Ubud is er wel een paar keer per week vis te koop in de Bintang supermarkt, maar die wordt op ijs aangevoerd uit het zuiden, en bij de versheid ervan kan je vragen stellen. Bovendien is de vis er duur.
Toen we voorstelden naar Jimbaran, in het zuiden van Bali te rijden en daar verse vis te gaan kopen op de vismarkt van Jimbaran, was Willy vanzelfsprekend erg opgetogen.
Dewa, onze vaste chauffeur vanaf 1 augustus, reed ons er naartoe.
Via een tijdrovende stop in Kuta (de stad van de bomaanslagen in Bali), op zoek naar gereedschappen allerhande in Ace’s Hardware store, kwamen we rond een uur of vier aan in Jimbaran.
De vismarkt is een overdekte verzameling stalletjes allerhande, waar de aangevoerde vis op houten schragen wordt tentoongesteld. Het is er vrij donker en de geuren die komen aangewaaid, nog voor je de markt zelf bent binnengegaan, laten er geen twijfel over bestaan dat je bij een vismarkt staat.
Fish Market Jimbaran. A lot of hotels and villas buy their fish here.Saar stelde voor om buiten te wachten met de coolbox. Wat attent van haar. Toch? Ik haalde een paar keer diep adem en volgde Willy en Dewa naar binnen.
Willy voelde zich onmiddellijk in haar natuurlijke habitat, dat kon je zo zien. Van stalletje naar stalletje flanerend, kieuwen optillend, naar de vissenoogjes kijkend en op de vissenbuikjes duwend, een professional aan het werk. Ze leek zich meer thuis te voelen dan in Villa Sabandari leek het wel.
We kregen ook nog wat goede raad van de man die onze ‘nasi bungkus’ had gemaakt (zie vorige bijdrage) en die we daar toevallig tegen het lijf liepen. Willy kocht eerst een kilootje ‘ikan momar’, een vis uit de makreelfamilie. De vis werd door de verkoopster vakkundig schoongemaakt. Aan een ander kraampje kochten we een grote ‘red snapper’ en een iets kleinere ‘white snapper’; vissen van rond de 1.5 kg per stuk. Ze werden voor ons in stukken gehakt en in plastic verpakt.
De vrouw bood dan nog een wat kleinere ‘red snapper’ aan.
Iedereen moest lachen toen ik zei: ‘…kalau gratis saya mau ambil’ (wanneer het gratis is dan wil ik hem wel meenemen). Toen de vrouw daar met radde tong iets op antwoordde dat ik niet verstond ,moesten de anderen nog harder lachen. Ik heb dan maar wat schaapachtig mee gegrinnikt en veiligheidshalve niet gevraagd wat ze dan wel gezegd had.
Na nog een halve kilo gamba’s was de coolbox bijna vol. Voor bovenop de vis werd extra ijs gekocht en de coolbox ging dicht. Mission accomplished. In het kader van onze studie van de toeristische attracties, moesten we natuurlijk  Het is noodzakelijk dit zelf te hebben ervaren om later onze gasten hieromtrent met kennis van zaken te kunnen informeren. Dat is de officiële reden. Het was gewoon leuk met de voeten in het zand, bij valavond geroosterde vis te eten op het strand van Jimbaran en te kijken naar de bootjes in de verte en naar de lichtjes van de villas op de berghelling.

Trip from Hotel Accommodation Ubud to Jimabaran beach Bali.

zonsondergang bij Jimbaran