 We brachten een blitzbezoek aan Lombok, het zustereiland van Bali. Een vluchtje van een halfuur tussen Denpasar en Mataram, het vliegveld van Lombok, vlakbij de stad Senggigi. Merpati zet op deze lijn een CN-235 in, een door Spanje en Indonesië samen ontwikkeld, militair transportvliegtuig.
We brachten een blitzbezoek aan Lombok, het zustereiland van Bali. Een vluchtje van een halfuur tussen Denpasar en Mataram, het vliegveld van Lombok, vlakbij de stad Senggigi. Merpati zet op deze lijn een CN-235 in, een door Spanje en Indonesië samen ontwikkeld, militair transportvliegtuig.
Een aantal ervan is blijkbaar omgebouwd voor commercieel passagiersvervoer. Saar maakte zich al meteen zorgen over het feit dat er maar één van de twee schroeven draaide toen we instapten. “… en of die piloot dat wel wist?” vroeg ze. Toen er dan ook nog volop damp kwam uit de roosters in het plafond werd ze er niet rustiger op. Op geringe hoogte vliegen, in een relatief klein toestel (40 passagiers) staat natuurlijk garant voor een ‘bumpy flight’. De landing was ook vrij heftig dus “…vliegen we nooit meer in zo’n toestel!!” Enfin, we waren ‘veilig’ geland en de chauffeur van het hotel stond ons netjes op te wachten. Het contrast met Bali was meteen duidelijk. Veel minder verkeer en nauwelijks hindoesymbolen (Lombok is overwegend moslim). ‘Rice field views’ moet je hier ook al niet zoeken. Gelukkig hebben we er daar genoeg van in Ubud dus ‘zicht op zee’ mocht ook een keer voor de verandering. De weg langs de kust is uitstekend en elke baai is opnieuw decor voor een Bountyreclame. In het straatbeeld zie je auto’s, bromfietsen en karretjes, getrokken door kleine paardjes, broederlijk naast elkaar. Het ziet er authentieker uit dan Bali en lijkt toeristisch minder ontwikkeld.
 Het hotel waar we logeerden is eigendom van de ‘Bluebird’-groep, dé taximaatschappij van Indonesië en ligt op een halfuurtje van de luchthaven, net voorbij Senggigi. ’s Avonds kregen we het bezoek van familie die een vakantiehuis hebben in Senggigi en naar ons hotel kwamen voor een gezellig diner met het geluid van de golven op de achtergrond.
Het hotel waar we logeerden is eigendom van de ‘Bluebird’-groep, dé taximaatschappij van Indonesië en ligt op een halfuurtje van de luchthaven, net voorbij Senggigi. ’s Avonds kregen we het bezoek van familie die een vakantiehuis hebben in Senggigi en naar ons hotel kwamen voor een gezellig diner met het geluid van de golven op de achtergrond.Joost, de architect, had ons uitgenodigd om één van zijn realisaties, ‘Qunci Pool Villas’, te komen bekijken, vooral met het oog op materiaalkeuze. Dit hotel doorstaat zonder twijfel de vergelijking met de mooiste lifestyle hotels op Bali. (foto rechts: receptie Qunci Pool Villas)
 Er was de avond van ons bezoek een grote modeshow gepland en het was er een drukte van belang: diskjockeys, modellen, decorbouwers en bloemisten liepen er door elkaar. Joost leidde ons rond op het terrein van 8000m² met 24 villa’s, een spa en restaurant. Erg mooi allemaal. Een mix van moderne architectuur met lokale invloeden en materialen. Genoeg inspiratie voor ons eigen projectje.
Er was de avond van ons bezoek een grote modeshow gepland en het was er een drukte van belang: diskjockeys, modellen, decorbouwers en bloemisten liepen er door elkaar. Joost leidde ons rond op het terrein van 8000m² met 24 villa’s, een spa en restaurant. Erg mooi allemaal. Een mix van moderne architectuur met lokale invloeden en materialen. Genoeg inspiratie voor ons eigen projectje.(foto links: bad gehakt uit één rots)

 
 




