Het huis is nog niet verbouwd en we hebben al personeel!
Een pembantu die Made heet en een tuinman, Komang of iets dergelijks.
Beiden Balinees en 21 jaar oud. Zij werkt nu in een lokaal restaurantje en onze tuinman in spe in een supermarkt.
Ze gaven allebei een goede indruk en op deze manier wordt het huis tijdens onze afwezigheid onderhouden.
Na het sollicitatiegesprek volgde een vergadering met Joost, de architect, met vooral aandacht voor de spa die we een klassiek Balinees uitzicht willen geven.
Dat betekent dus een alang-alang (gras) dak, een typisch gebeeldhouwde Balinese deur, natuursteen in de veranda en bankyrai parket in de behandelruimtes.
Er komen doorkijkjes naar, wat Joost ‘waterfeatures’ noemt.
Verder een buitendouche en een rotsbad in open lucht en veel tropische planten.
De behandeltafels en het andere meubilair zullen we op maat laten maken, aangepast aan de wensen van onze beautician.
Saar dus.
Joost ging verder nieuwe schetsen maken voor de tweede slaapkamerunit van ons hotelletje in Ubud en ook van ons huis.
Rudy stuurde zijn mensen erop uit om wat eetbaars te halen in de warung (lokaal restaurant) iets verder terug in Jalan Gunung Sari (onze straat).
In afwachting brachten we een bezoek aan zijn bouwproject op het aangrenzende perceel.
Het uitzicht over het rijstveld is, zeker vanop de verdieping, spectaculair.
Dog getting shower at Bali Rice Field AccommodationDe lunch kostte omgerekend 6 euro. Het was Nasi Campur, zeg maar een mini rijsttafel, voor drie personen.
Als je leeft zoals de lokale bevolking hoeft alles hier echt niet duur te zijn.
Saar vroeg wat er tijdens Rudy’s vakantie zou gebeuren met Duvel, de hond. Daar was nog geen oplossing voor en Saar, of all people, stelde voor dat Duvel wel bij ons mocht blijven wonen tijdens de vakantie van zijn baasje. Naast personeel hebben we dus ook al een huisdier.
Na de lunch ging het weer richting Sanur.
De auto die we voor de heen- en terugreis hadden geboekt stond ons voor de deur op te wachten.
De chauffeur bleek lekker geslapen te hebben tijdens onze afwezigheid.
Na een paar honderd meter, bij de rivier, zagen we een aantal mannen in de weer met drie speenvarkentjes die ze kennelijk net hadden geslacht. Babi Guling, speenvarkentje aan het spit is één van de specialiteiten van de streek.
Saar vond het zielig.
“Zielig voor het varkentje maar de mensen moeten ook eten” was het nuchtere commentaar van de chauffeur.