Boutique hotel in de rijstvelden, tussen Ubud en Denpasar

Zicht vanuit een boutique hotel in de rijstvelden vlakbij Ubud, BaliZelfs op het einde van het regenseizoen mag je nog flinke tropische buien verwachten. Tijdens ons verblijf in hotel ‘Mandala Desa’ werden we daar regelmatig mee geconfronteerd. Het valt dan echt met bakken uit de hemel maar de regendruppels voelen warm aan en het duurt, al bij al, niet zo gek lang. Na de bui ruikt het heerlijk, petrichor heet die geur, en is het een stukje koeler. We kregen de villa toegewezen helemaal op het einde van het terrein, met uitzicht op de rijstvelden. De eendenhoeder liet zijn diertjes ‘grazen’  in het braak liggend rijstveld waarop we uitkeken vanaf ons terras. De hoeder stuurt zijn troep door middel van signalen die hij geeft met een lange stok met vlaggetjes eraan. Tijdens de buien schuilt hij in een klein baleetje (kleine balé) in het midden van het rijstveld. De eenden snateren, spetteren en klepperen dat het een lieve lust is.
De meeste onder hen zullen eindigen als ‘bebek betutu’ (geroosterde eend), een typisch Balinees gerecht. Ik heb het twee keer besteld in ‘The Dragonfly’, het restaurant van de eigenares van ‘Mandala Desa’ in Ubud. Het moet dus wel lekker zijn. Ik vond het een fantastisch hotelletje. Halfweg tussen de luchthaven, Denpasar, Sanur en dergelijke in het zuiden, eBebek Betutu, een typisch Balinees gerechtn Ubud in het centrum van Bali. Op een half uur van, wat voor ons westerlingen, de beschaving is. Een zalige rust in ‘splendid isolation’ in één van de rustigste hostels van Bali. Die indruk had ik tenminste. Er werd natuurlijk flink gebrainstormd over de volgende stap(pen). De financiële analyse was alleszins niet inspirerend. Rijk zouden we er niet van worden, maar dat hadden we ook niet verwacht. Onze bedoeling was om rond te komen met wat de exploitatie zou opbrengen en genoeg over te houden om regelmatig eens terug te gaan naar België. Een ander minpunt was het gebrek aan privacy voor onszelf.  Er was geen stukje tuin dat afgeschermd was of kon worden voor privé gebruik bijvoorbeeld. We hadden daarom beslist te onderhandelen met de eigenaar over de verkoop van het perceel van 2000 m² dat normaal niet bij de verkoopprijs was inbegrepen. Het plan was om daar dan een privéhuis te bouwen. We sloegen dan twee vliegen in één klap: privacy voor onszelf en extra ruimte om te verhuren.
De real-estate agent zou later die middag komen om samen te onderhandelen met de eigenaar. Ik had al, op een aantal verschillende manieren, een prijs berekend die het stuk grond ons waard leek en was klaar voor de strijd.
Ik keek naar buiten en zag Saar op het terras zitten. Ze keek minutenlang voor zich uit en zag er niet goed uit. Ik vroeg haar wat er was, of ze ziek was of zo. Er kwam niet onmiddellijk antwoord . Na wat aandringen kwam het hoge woord eruit. “Ik zou hier niet gelukkig kunnen zijn,” zei ze “het is hier veel te stil en ver van alles. Als we dan geen gasten hebben zitten we hier zo alleen…” Dat was schrikken. De hele reis, alle plannen en ideeën in één klap doorgespoeld. Zo voelde het in eerste instantie aan tenminste. Achter dit soort grote beslissingen moet je met z’n tweeën staan, zonder een greintje twijfel anders wordt het niks. Dus het was niet moeilijk om het project af te voeren. We waren weer bij af.