Boutique Guesthouse in Ujung Pandang? Don’t think so.
Haar broer Bert, die ook in Latuhulat had overnacht, deed vaag over het waarom van haar vertrek.
Saar vermoedde dat ze was gaan koken en zou terugkomen met een lunch.
Dat was inderdaad zo.
Na het afrekenen vertrokken we naar de luchthaven met de auto van Bu Jonkie, een Toyota Avanza.
Njong Pai belde op tijdens de rit om te laten weten dat hij er niet zou zijn om ons uit te zwaaien omdat het regende in Allang.
In Ambon Pattimura Airport hadden we nog tijd voor een snelle lunch (nasi goreng, spiegelei, komkommer en kroepoek).
Willy leende ongegeneerd alle bestek en borden bij de coffeeshop waar we ons hadden geïnstalleerd.
Om de kerk toch enigszins in het midden te houden bestelden we dan maar 4-maal thee.
Bij het afscheid zei Willy “Oom, don’t be angry”. De Engelse vertaling van “Jangan mara”, wat ze hier altijd zeggen als je op reis vertrekt. Waarom ze dat zeggen weet ik niet; bij een volgende gelegenheid zal ik dat eens checken.
In de vertrekhal was de omroeper haast niet te horen en we moesten zelf informeren bij medereizigers of we wel goed zaten. Met een vertraging van meer dan een half uur vertrok het Lion Air vliegtuig uit Ambon naar Ujung Pandang waar we dan ook met vertraging toekwamen. De koffer moest afgehaald worden en we dienden opnieuw in the checken bij Garuda voor de vlucht naar Denpasar, Bali.
We kwamen aan de counter van Garuda om 17:12 terwijl de vlucht gepland stond voor 17:30
Het meisje achter de balie bekeek onze tickets en zei, wat twijfelend, dat de Gate gesloten was.
Ik legde uit dat we met vertraging uit Ambon waren gekomen met een Lion Air toestel en dat we beslist nog meekonden als ze een beetje op wilde schieten. Een ander kreng kwam zich met de zaak bemoeien. Ik voelde onmiddellijk dat ze bezig waren tijd te rekken om de zaak op die manier naar de bliksem te helpen.
Geen enkel argument hielp en we werden doorverwezen naar het bureau van Garuda.
Na de hele zaak nog een keer te hebben uitgelegd liet de verantwoordelijke weten dat dit niet de zaak van Garuda was, maar van Lion Air.
Wij, stilaan op kookpunt, naar het bureau van Lion Air.
Daar kregen we allerhande, halfzachte argumenten te horen:
– wij hadden zelf het cabinepersoneel moeten verwittigen zodat die tijdens de vlucht Garuda had kunnen bellen
– één van ons twee had alvast moeten inchecken zonder de bagage
– er worden geen passagiers omgeroepen ingeval de bagage niet is ingecheckt
– er is geen link tussen de computers van Lion Air en Garuda
Na veel aandringen kregen we iemand van de staff te spreken die met de directie de zaak ging bekijken.
Resultaat: nul komma nul. Geen enkele compensatie.
Bij Garuda boekten ze ons op de vlucht naar Bali van de volgende dag om 16:45. Dit echter niet zonder een toeslag aan te rekenen van 420.000 Rupiah omdat er alleen nog plaats was in een hogere klasse. Ze boekten wel voor ons een hotelkamer en zorgden dat we werden afgehaald op de luchthaven.
Moe en nog boos kwamen aan in het Transithotel, ongeveer 10 minuten van de luchthaven.
Kost van een VIP-room: 160.000 Rupiah, inclusief ontbijt en airporttransfer. €12,30 dat viel dus mee! Het was echter geen boutique guest house zoals je er in Ubud een heleboel hebt.
De VIP room viel inderdaad iets minder mee… Het rook er muf, de lakens en de kussenslopen waren vies, er was geen raam dus een ‘rice field view’ konden we ook op onze buik schrijven. De WC spoelde niet door, geen toiletpapier en geen warm water.
Ik troostte mezelf met de gedachte aan een frisse pint, wat eten en vroeg slapen.
Saar bestelde miesoep en water. Ik nog maar eens nasi goreng en een Bintang besar (grote fles lokaal bier).
Er werd een mannetje op uit gestuurd om het bier te gaan kopen want dat hadden ze niet in het hotel.
Die kwam na een kwartier terug met de melding dat er geen bier te koop was door de Ramadan en dat het hier een moslimland was.
Mijn stemming, die al niet bijster goed was, zakte nog een aantal punten.
Ik zei “Ik ben hier wel de gast hoor en ik ben geen moslim. Ontvangen jullie op deze manier jullie gasten?”
De beste man putte zich uit in verontschuldigingen, gaf het geld terug en verdween.
Appelsap dan maar. Potverdorie nog eens aan toe zeg!
Nu ja, slapen zou wel soelaas brengen.
In de andere kamers werd TV gekeken met de deur open zodat je gratis kon meegenieten van de gillende stemmetjes van de stripfiguren en de gevarieerde vibraties van uit allerlei lichaamsopeningen ontsnappende gassen.
Saar bleef zo lang mogelijk in de lobby, of wat daarvoor moest doorgaan, om te kunnen roken en omdat ze de geur in de kamer niet kon uitstaan.
Om een uur of 6 werd ik wakker door een vrouw die, het leek wel vlak naast mijn oor, riep “Joop! Joop! bangung! harus pulang” (Joop, Joop, opstaan, we moeten naar huis).
Ik draaide me boos om en probeerde opnieuw te slapen. Je kon immers ontbijten tot 9 uur.
Even later: luid geklop op de deur. Na wat geschreeuw van onze kant hield het op maar ging door op de andere deuren in de gang.
We waren serieus in de aap gelogeerd in dat f**king Transit Hotel!
Omdat ik toch niet meer kon slapen besloot ik dan maar op te staan en te ‘douchen”. Dat wil zeggen, koud water in een plastic emmer laten lopen en met een schepje over je heen gooien.
In was daar net mee bezig toen er weer op de deur werd geklopt.
Ik dacht “En nu is het ù$§:-( genoeg geweest!!” en trok de deur open, resten tandpasta rond mijn mond en op de borst en gekleed zoals men meestal is bij het douchen.
Eén van de hotelbedienden stond voor de deur met een dienblad waarop: twee koppen thee en 4 broodjes, verpakt in plastic: ons ontbijt.
Toen de man mij zag begon het dienblad synchroon met mij te beven. Het zal wel niet van woede geweest zijn.
Saar riep kwaad in het Maleis “we eten straks beneden!”.
Naar de grond kijkend droop de arme man af.
Het waren vriendelijke mensen die hun best deden jammer genoeg “Wrong place and time”.
We ontvluchtten het hotel rond negen uur en reden naar de luchthaven waar we om 9:15 toekwamen.
Een telefoontje naar het reisbureau in Bali leerde dat we niets konden claimen en geen klacht konden indienen.
Dit is Indonesia.
Onze vlucht is om 16:45, nog maar zeven uurtjes wachten.
“We make people fly”!!!???
“We make people cry” zou toepasselijker zijn in hun geval.