Tempel op een eilandje in Bali

Soms moet je op vakantie op Bali ook gewoon even toerist zijn en één van de high lights gaan bekijken.
Een erg bekend plaatje in al de toeristische gidsen is de tempel van Tanah Lot, op een eilandje, 100 meter in zee.
Omdat we toch nog moesten lunchen gingen we eerst naar Seminyak, een dorpje aan de westkust van Bali, dat de laatste jaren zo’n beetje ’the place to be’ is. Er schijnen veel nieuwe villa’s te staan en de hoofdstraat heet er in de volksmond ‘Jalan Makan’ zoiets als ‘de eetboulevard’. Het ene restaurantje naast het ander. Eén daarvan is een half jaar geleden geopend door een Belg en heet toepasselijk ‘Mannekepis’. Ze hebben er zowel steaks en stoofvlees als nasi goreng en ikan bakar (gebakken vis). Ik bestelde er een scampi fritti met verse tartaarsaus en een blonde Leffe. Saar had geroosterde sardientjes. Jazz en bluesmuziek op de achtergrond. Naar Saar’s smaak te luid, voor mij net goed. Ik heb ook oudere en waarschijnlijk meer versleten oren.
Biddende Hindoes bij de tempel Tanah Lot op BaliDe Bluebird taxi die we na de lunch aanhielden op straat bleek bestuurd door een jongere versie van onze zwager Apeth. Een goede, discrete chauffeur die ons naar Tanah Lot bracht en daar op ons wachtte voor de terugrit.
De plek bleek een soort bedevaartsoord voor Hindoes met alle gebruikelijke commercie er omheen.
Het zag er wit van de pelgrims. Iedereen droeg een witte outfit en hoofddoek.

Op weg naar de ideale fotospot werd Saar aangesproken door een meisje dat potloden verkocht. Ze leek een beetje op ons nichtje Céline.
Verkoopstertje bij de Tanah Lot op BaliDat vertederde Saar natuurlijk onmiddellijk. Zij die moord en brand schreeuwt bij elk vermoeden van kinderarbeid liep nu zelf in de val.
Het meisje was goed opgeleid.
Ze vroeg eerst: ” Please buy, only twenty thousand”.
(schattig, grappig maar ook zielig lachje + Bambi-ogen)
Ik gaf het verwachte antwoord “No, thank you. Too expensive”.
(weer schattig, ditmaal vragend lachje, hoofdje een beetje schuin)
“Your price?”
“Twelve thousand”
“No, Eighteen”
“O.K. Fifteen”
“Just a minute”
(vraagt iets aan moeder in het Balinees)
“O.K.”
(schattig lachje, potloden en geld verwisselen van eigenaar)
Dan probeerde de moeder ons nog een pak postkaarten aan te smeren voor 20.000 Rupiah. Je moet het ijzer smeden als het heet is zal ze gedacht hebben. Ze had het probleem dat ze er lang niet zo schattig uitzag als haar dochtertje. De koop ging niet door.
Pas op de terugweg besefte Saar dat ze gevallen was voor de oudste truuk uit het boekje en had meegewerkt aan exploitatie van een kind.
Ze baalde.

Op vakantie op Bali naar Tanah Lot.

Na de obligate foto’s gingen we terug richting ‘Apeth’.
Ik had de twee pythons van zeker drie meter al lang gezien; ze kropen naast elkaar op het gras en werden druk gefotografeerd.
“Laat haar niets in de gaten krijgen”, dacht ik, “anders gaan ze hier wat beleven”.
Zoals algemeen bekend hebben alle Sabandar vrouwen een verschrikkelijke slangenfobie. De moeder van Saar stofzuigde nooit zelf, bang als ze was voor de stofzuigerslang. Zelfs het woord ‘slang’ uitspreken zorgt soms al voor irrationeel, en meestal luidruchtig gedrag. Ik verwachtte me aan een gil die de witte meute uit elkaar zou doen stuiven.
Gelukkig beperkte alles zich tot een met trillende, boze stem uitgesproken “Zijn ze nou helemaal gek geworden!” en doorlopen in vijfde versnelling.
‘Apeth’ bracht ons veilig weer thuis.